Oorsprong
De alpaca is een kameelachtige en een gedomesticeerde diersoort (door mensen gehouden).
Hij leeft van oorsprong op de hoogvlakten van het Andesgebergte in Peru, Chili en Bolivia.
De alpaca wordt ingedeeld in twee rassen: de Huacaya en de Suri. De Suri is veel zeldzamer en heeft een woltype vergelijkbaar met dreadlocks.
Gedrag van alpaca’s
Oren
Voorwaarts: alerte alpaca en is nieuwsgierig
Plat tegen de nek: voelt zich onzeker of
bedreigd.
Recht naar achter: wijst op agressie
Hangen af naar de zijkant: tevreden
Gestresseerde alpaca: aangespannen onder- en bovenlip waarbij rimpels ontstaan en soms hun tanden bloot stellen.
Nek
Nek naar beneden houden: onderdanige houding
Nek naar achteren en oren plat: voelt zich
bedreigd
Tegen het lichaam aangedrukte staart:
spanning of angst
Een omhoog gekrulde staart: onderdanig
Een omhoog gedragen staart: interesse
Snelle onregelmatige ademhaling: alpaca voelt zich niet veilig of heeft stress
Rimpel onder het oog dit wijst op spanning
Hummen:
Dit klinkt als een combinatie van neuriën en brommen en doen dit meestal als ze een beetje bezorgd zijn. Een hembra en cria
zullen vanaf de geboorte tot ongeveer zes maanden naar elkaar hummen.
Snuiven:
Alpacas zullen snuiven wanneer een andere alpaca te dicht in de buurt komt.
Dit gaat vaak gepaard met de brede houding.
Grommen:
Dit wordt gebruikt als een lichte waarschuwing en het komt van diep in de keel. Ze doen dit vooral wanneer een
andere alpaca te dicht bij hun voedsel komt.
In plaats van te stoppen met eten en hun hoofd op te tillen zullen ze dit geluid maken.
Schreeuwen:
Alpaca’s die het hanteren niet gewend zijn kunnen de neiging hebben tot schreeuwen, dit gebeurt als ze
aangevallen worden door een roofdier of een andere alpaca.
Alarm schreeuw:
Als er gevaar dreigt zal één alpaca een hoog ritmisch geluid maken, hierdoor gaan
alalpaca’s samentroepen.
Orgling:
Dit geluid maakt een macho tijdens de dekking. Elke macho heeft zijn eigen stijl en
intensiteit.
Nog enkele weetjes
Levensduur: 15-25 jaar
Drachtduur: tussen 11 en 12 maanden met een gemiddelde van 11,5 maand
Dekrijp: jonge merries kunnen gedekt worden als ze 18 – 24 maanden oud of 45 kg zijn en ze moeten zelf gewillig zijn om zich te laten
dekken
Aantal kleurvariëteiten: 22
Aantal jongen per worp: telkens één, uitzonderlijk komen tweelingen voor.
Grootte: volwassen dieren wegen tussen de 50 en 90 kilo en hebben een schofthoogte tussende 80 en 100 cm. Een cria weegt bij de
geboorte tussen de 5 en 7 kilo.
Kuddedier: alpaca’s zijn kuddedieren en moeten minstens met twee maar liefst met minimum drie dieren gehouden worden,
dus NOOIT ALLEEN en geen koppeltje (merrie+hengst)
Benaming: vrouwelijk: hembra of merrie, mannelijk: macho of hengst en veulen: cria